Voor de juni-editie van onze IVAGO-wijzer interviewden we Mieke, Proper Pierke van het eerste uur. Lees hier her vervolg van haar verhaal, een blog over afval doorheen de tijd.
De afvalwereld is tegenwoordig een zeer verfijnde en contant bewegende industrie. Er worden iedere dag oplossingen gezocht om het verwerken van afval te optimaliseren. Maar dat was lang niet altijd zo. Lees hier hoe ze met afval doorheen te tijd omgingen!
Hoe het begon
In de oudheid produceerden mensen minder afval dan nu. De bevolkingsdichtheid was minder hoog, maar er werden natuurlijk ook meer organische materialen gebruikt en iedereen had veel minder spullen. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld kleren: die bleven veel langer in omloop. Ze werden doorgegeven in het gezin en hersteld indien nodig. Ook was er de voddenboer, de afvalspecialist van dienst. Voddenboeren verzamelden oude kleren, haalden die uit elkaar, kleurden de lappen stof en maakten nieuwe kleren uit deze vodden.
Spullen werden ook vaak gemaakt van metaal of hout, en ook die bleven vaak in de familie. De kringloop van goederen was dus veel langer. In bijvoorbeeld Japan, waren ze zich hier heel bewust van en zorgden ze ervoor dat deze kringloop nog langer kon zijn.
Hoewel de bevolkingsdichtheid toen best beperkt was, waren er wel een aantal grote steden in Europa. Denk maar aan Rome en Athene. In die grotere steden ontstonden de eerste vuilnisbelten, waar ze onder andere in Rome restanten van gevonden hebben. Iedereen kon hun afval en ook hun lijken deponeren op braakliggende gronden buiten de stad.
Wist-je-datje
Toen Caesar de Gallische stad Parisii (Parijs) veroverde, was de stad zo vuil dat de Romeinen de stad herdoopte tot Lutum (modder). Nu staat Parijs in de top 5 van de ‘Cleanest European Cities’.
Gemiddeld slecht in de middeleeuwen
Ten tijde van de Romeinen was het afvalbeleid best beschaafd. Maar dat veranderde in de middeleeuwen. In de periode tussen de 5e en de 15e eeuw was er geen sprake meer van een ‘braakliggende grond net buiten de stad’, maar diende de straat als vuilnisbelt. Alles werd, letterlijk, door de ramen naar buiten gegooid en lag te stinken en te rotten op de stoep.
De stank was immens, naast mensen waren dieren ook deel van de straat. Varkens, kippen, koeien … liepen er los en aten heel wat afval op, maar produceerden ook heel wat afval. Vaak werden hun uitwerpselen ‘straatdrek’ genoemd. De overheden van toen probeerden tevergeefs de stank en de gewoonte van afval op straat gooien aan te pakken. Zo werden straten constant geplaveid om de stinkende modder de baas te kunnen. Ook werden burgers beboet wanneer ze afval gewoon de deur uit gooiden, maar dit had allemaal weinig effect.
Wist-je-datje
Heel wat afval (etensresten, stoffen, vuil water, straatdrek, nachtemmers …) in de straten zorgde voor een modderige drek die in de waterlopen terecht kwam. Heel wat epidemieën, zoals de pest, hebben zich als een vuurtje verspreid via dit ‘afvalwater’.
Een lichtpuntje
Epidemieën, straten die stonken, modder … het kon zo niet langer. Stilletjes aan begonnen mensen dit in te zien en kwam er beweging in het afvallandschap. In Japan recycleerden ze al een tijdje papier maar in de middeleeuwen slaagden ze erin om dit proces te optimaliseren. Ook in Europa, meer specifiek in Engeland, werden er grote stappen gezet. De eerste afvalophalers werden in dienst genomen, want enkele investeerders zagen het licht. Het verbranden van afval leverde stof en as op dat ingezet kon worden als grondstof in baksteenfabrieken.
Het einde van de middeleeuwen betekende ook de groei van heel wat (nieuwe) steden. Grote steden dachten meer en meer na over hun stedelijke organisatie, en ook afval werd besproken. ‘Het verbod op’ was iets nieuw, en het niet navolgen van regels werd steeds strenger bestraft. Zo hingen er zware boetes en zelfs gevangenisstraffen boven je hoofd.
Er kwam onder andere een verbod op het lozen van afvalwater, het houden van dieren op de straat, het dumpen van los afval … In Frankrijk waren handelaars zelfs verplicht om hun afval in gesloten vaten aan te bieden, die dan naar afvaldepots gebracht werden. Ook inwoners moesten hun eigen stoep netjes houden en er kwam een systeem om beerputten te ledigen.
Broodnodig
Deze eerste stappen waren broodnodig, want de 19e eeuw stond voor de deur en bracht een industriële revolutie met zich mee. Meer inwoners, meer fabrieken en dus … veel meer afval. Nadat winkeliers verplicht werden hun afval in een ton aan te bieden, werden ook burgers daartoe aangeroepen. Vaak werd er al primitief gesorteerd: huishoudelijk afval, glas … Ook ontstonden op het einde van de 19e eeuw de eerste sorteercentra, zodat enkel organisch afval overbleef. In het algemeen waren er drie methodes voor de afvalverwerking: recupereren, storten en verbranden.
Dat laatste was niets nieuw, maar wat wel nieuw was, was de opening van de eerste verbrandingsinstallatie in Manchester. Al heel snel verspreidde dit idee zich over Groot-Brittannië, en de rest van het Europese vaste land volgde. In de 19e eeuw was Brussel de enige plek in België die zo’n installatie had.
Meer gecontroleerd aan de slag gaan, dat was een absolute must en kon via deze verbrandingsinstallaties. Want meer afval, was niet enkel meer in aantal kilo’s maar ook in soorten afval. Niet enkel organisch afval moest verwerkt worden, ook bijvoorbeeld plastic of andere grondstoffen waarvan de verwerking een grote impact heeft op ons milieu. Daardoor ontstond onder andere de Ladder van Lansink. Op die manier probeerden we meer richting te geven aan onze manier van afval verwerken.
De Laatste jaren
Zoals je ziet veranderde er heel wat de afgelopen eeuwen, maar ook nu staat de afvalwereld niet stil. We blijven optimaliseren, enerzijds in de verwerking van afval en anderzijds in hoe we afval ophalen en de straten net houden. Denk maar aan systemen zoals ondergrondse sorteerpunten, gewichtsdiftar in Destelbergen, stofzuigers die de binnenstad net houden …
Niks staat stil, het blijft een landschap in beweging. Maar ook vooral een dat wendingen neemt om in te spelen op de huidige situatie. Naast het milieuveilig verwerken van afval ligt vandaag de dag vooral de focus op sensibiliseren en preventie. Repair Cafés om je kapotte spullen te herstellen, ontleensystemen voor bijvoorbeeld elektrisch materiaal/auto’s/fietsen …
Grote mijlpalen zijn we al gepasseerd, maar er staan ons nog heel wat uitdagingen te wachten. Het verhaal stopt dus zeker hier niet.